Over liturgie als heilig spel

Over liturgie als heilig spel

De vaste kerkgangers is het ongetwijfeld opgevallen. Als de eigen dominee op het preekrooster staat, dan gaan kleine dingetjes een beetje anders. Onlangs vroeg ik Corry een prachtig gedicht van Rilke voor te dragen, op de plek van het Kyriëgebed. Is dat vernieuwing of juist niet? Graag maak ik u en jou deelgenoot van het proces van liturgische regels, het dienende karakter daarvan en wat de uitwerking is of kan zijn op de kerkdiensten.

Waar vroeger de preek het belangrijkste onderdeel was van een kerkdienst, is dat de afgelopen jaren flink verschoven. Velen komen naar de kerk voor een rustpunt in de week, dwalen met gedachten af tijdens lezingen, ervaren stilte als er wordt gezongen en laten zich raken door licht dat door de ramen naar binnen schijnt. Liturgie omvat al deze elementen, want tussen 10.15 en pakweg 11.15 uur op zondagmorgen, stappen bezoekers van onze kerk een andere ruimte in dan de alledaagse.

Meegenomen in de hemel

En deze ruimte is het beste te vergelijken met een spel. Zoals bij voetbal een heel ander tijdsbesef heerst dan in het echte leven, een fluitje meer zegt dan woorden en een bal over het algemeen niet met de handen mag worden aangeraakt, zo gelden er in de liturgie ook andere regels. In onze vrijzinnige ruimte zijn die regels rekbaar, mogen ze ter discussie worden gesteld en mag daarmee worden geëxperimenteerd. Echter, ook hieraan zitten grenzen.

Een van de stelregels van liturgie is dat deze gebeurt. De orde van dienst wordt weleens de liturgie genoemd, maar eigenlijk klopt dit niet. Collega Alke Liebich schrijft hierover in ‘Ons Leven Vieren’, een remonstrantse uitgave over liturgie: “Wie deelneemt aan een oosters-orthodoxe liturgie, wordt meegenomen in de hemel. Want – zo leert deze traditie – de hemel, de engelen, de Onuitsprekelijke vieren voortdurend en altijd liturgie. En wanneer wij een dienst houden dan nemen wij deel aan deze hemelse viering. Voor even ‘de hemel op aarde’ of ‘wijzelf in de hemel’.”

Heilig spel

Ook Liebich verwijst naar liturgie als een heilig spel, “een loflied op zinloze tijd en ruimte (…) zorgvuldige en nutteloze ruimte, klaar om te ontvangen en te laten gebeuren. Elk detail is belangrijk, maar geen detail geeft de doorslag (…) de wijze waarop we lopen, een voorbedeboek neerleggen of een kaars doven doet ertoe. En laat het een spel zijn met regels en ruimte, zodat ook het toeval door de kieren kan binnensluipen. Soms kan zelfs het geklungel met de microfoon voertuig van het sublieme zijn.”

In gesprekken met liturgen kom ik er meer en meer achter welke waarde liturgie heeft en hoe belangrijk het is dat we de verschillende elementen in ons heilige spel zorgvuldig behandelen. Onlangs ontving ik als antwoord op de vraag aan Anita Nibbelink of lectoren naar voren moeten worden gevraagd het volgende bericht: “In een ideale liturgische setting geef je zo weinig mogelijk logistieke aanwijzingen. Dus de lector komt zonder aankondiging naar voren om te lezen.”

Liturgie gebeurt

Dankzij kerkdienstgemist en de online kerkdiensten in coronatijd is het erin geslopen, maar ook het aankondigen van liederen zou idealiter niet gebeuren. Nu is het laatste dat ik wil dat we krampachtig met deze dingen omgaan, maar het is wel de reden waarom de kerkdienst wat mij betreft minder mag gaan lijken op het NOS-journaal: “En dan is het nu tijd voor het weer.”

Gaan we een stap verder, dan verwijs ik graag nog naar mijn goede vriend Alain Verheij, die in hetzelfde (remonstrantse) boek een geleerde les van een van zijn docenten herhaalt: “Als je ‘Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis’ vervangt door ‘Mijn verlosser hing aan ‘t kruis’, heb je geen kaas gegeten van liturgie”. Alain legt uit: “Hiermee bedoelde hij dat het cruciaal is voor een goede viering, dat er nú iets gebeurt. Je staat naast Maria als ze haar zwangerschap bezingt of haar gekruisigde zoon betreurt. Je vecht met Mozes voor bevrijding van zijn volk en trekt met hem dwars door de zee van de dood. In de liturgie wordt geen theorie opgediend, en ook geen verleden bezongen, maar er wordt een verhaal present gesteld.”

Het spel beleven

Aan dit appel geef ik graag gehoor en ik hoop u en jij met mij. Experimenteren, bediscussiëren (zeg je nu wel of geen goedemorgen als gemeentelid van dienst?) en hopelijk kunnen we er zo af en toe ook samen om lachen. Vernieuwend? Misschien wel. Maar nooit zonder de essentie van alle eeuwen uit het oog verliezen. Dat we naast de vele woorden die er klinken, het prachtige orgelspel van Wim, de collecte die rondgaat, de teksten die klinken en de vele andere bijdragen van gemeenteleden in en rondom de viering, ook met elkaar iets van het hogere mogen beleven.

Ds. Jaap Marinus