Het Pinksterfeest staat voor de deur. Voor vrijzinnigen een van de belangrijkste feesten, heb ik weleens gehoord. Omdat we niet zoveel hebben met de geboorte uit een maagd of met de zoon van God die uit de dood opstond. Maar met de geest, de inspiratie, het doorgeven van het vuur, daar voelen wij wel wat bij. Inmiddels heb ik gezien dat de kerstdagen en de Stille Week toch echt volop worden beleefd, in ieder geval in onze gemeente. Wat niet wegneemt dat ook Pinksteren een bijzondere dag is. Dit jaar mogen we het zelfs in de Eusebiuskerk vieren.
Overigens werd Pinksteren in Israël al ver voor de uitstorting van de heilige Geest gevierd. Alleen onder een andere naam: Sjavoeot. Dat was het wekenfeest, de vijftigste dag na Pasen en een oogstfeest, een dankdag voor gewas en arbeid. Het Griekse Pentecoste staat voor de vijftigste dag. Daar komt ons woord Pinksteren vandaan. Het is voor de schrijver Lucas een uitgelezen dag om over de uitstorting van de Geest te schrijven.
De wereld is een dorp
Vijftig is namelijk zeven maal zeven, plus één. Zeven is het getal van de volledigheid. Zeven dagen duurt een maanstand, zeven kleuren telt de regenboog, zeven tonen klimmen langs de toonladder en Petrus moest van Jezus leren zevenmaal zeventigmaal te vergeven. Met zeven plus één stijgen we boven de aardse volledigheid uit. Acht is daarmee iets van de hemel. Bij acht is God in het spel. Zo ook met de uitstorting van de Geest, die de apostelen doet spreken in de talen van zeven verschillende volken uit tien verschillende landen.
Zo heeft Lucas alle volken weer in volledigheid bij elkaar. Omdat het verhaal van Pinksteren hét spiegelverhaal is van de spraakverwarring bij de torenbouw van Babel. Nu kunnen we weer samenwerken. Nu kunnen we elkaar weer verstaan en samen bouwen aan een betere toekomst. Pinksteren was niet iets eenmaligs. Steeds beter lijkt de mens te worden in samenwerken, met verschillende talen elkaar toch verstaan. De wereld was groot en eindeloos, maar door alle techniek en moderne media is de wereld een dorp geworden.
Traditie is het doorgeven van het vuur
Met Pinksteren vieren we het herstel van die spraakverwarring. Samen het vuur doorgeven. Wat me deed denken aan een quote van Gustav Mahler: “Traditie is het doorgeven van het vuur, niet het aanbidden van de as.” Traditie heeft een wat negatieve connotatie gekregen. Traditioneel, saai, stoffig. Hier zou ik graag een stokje voor steken. Want als we kunnen erkennen dat alles in beweging is, inclusief wijzelf, dan betekent traditie niet dat alles bij het oude blijft en moet blijven.
Als we het vuur kunnen doorgeven en de as laten voor wat het is, dan zullen we zien dat alles verandert, maar dat de kern wordt doorgegeven. Dan kunnen we de vraag blijven stellen waarom we kerk zijn en wat dat betekent voor onszelf en de wereld om ons heen. Dan kunnen we ons fijne samenzijn en samenwerken vieren met Pinksteren, omdat we dankbaar om mogen kijken naar alles wat we door dit samenwerken al met elkaar hebben bereikt. Dat we de as niet aanbidden, maar het vuur wel degelijk door hebben gegeven en blijven geven. Vrolijk Pinksteren!
Ds. Jaap Marinus