De Parkstraatgemeente is een vrijzinnige kerk: een plek waar je op een vrije en verdraagzame manier kunt geloven. De afgelopen tijd is door velen van jullie uitgesproken hoe belangrijk dat gedachtegoed voor ons is. Een manier van geloven die volgens ons heel goed past in de huidige tijd, waarin een mens zich niet laat voorschrijven hoe te geloven. Geloven is iets heel persoonlijks en mag daarmee ook verschillen van mens tot mens. Maar wat zo ongeveer de eigenschappen zijn van dit geloof, dat vinden we vaak maar lastig te omschrijven. Vorige maand maakten we kennis met de eerste eigenschap van vrijzinnig geloven: het is vrij, verdraagzaam en voelt zich verantwoordelijk. Deze maand is de tweede eigenschap aan de beurt: het is persoonlijk en ervaringsgericht. Daarbij speelt de geloofsgemeenschap of kerk een rol, want geloven zou je niet in je eentje moeten doen.
Persoonlijk en ervaringsgericht geloof
‘Geloof begint bij jou’. Het is een slogan van de remonstrantse reclamecampagne uit 2015. Het is kenmerkend voor vrijzinnig geloven dat jij bepaalt hoe en wat je gelooft en dat wordt goed zichtbaar in de mogelijkheid je eigen belijdenis te schrijven. Jij mag je eigen woorden geven aan jouw geloof. Dit is geen verplichting en ook geen noodzakelijkheid, maar als je het doet, dan voeg je jouw stem toe aan een koor dat al bezig is.
Hiermee wordt ook een paradox zichtbaar, want in wezen bestaat ‘het vrijzinnige gedachtegoed’ dus niet, omdat er geen geloofsleer of kerkbegrip is. Deze wordt gevormd door de leden van de gemeenschap. De predikant speelt hierbij geen leidende rol en het is ook maar de vraag of een dominee inspiratie moet doorgeven. Oud-hoogleraar van de remonstranten Gerrit Jan Hoenderdaal pleitte er zelfs voor dat we meer een participerende manier van kerk-zijn moeten nastreven, waarin iedereen diens rol inneemt, waar ‘gevierd kan worden in de eredienst’. En dan heeft ieder lid zijn of haar unieke stem in te brengen.
Toch een beperkte vrijheid
Hoewel je bij vrijzinnigen dus vrij bent om je eigen geloof vorm te geven, je eigen godsbeeld, is niet alles even geloofwaardig. Daarom is het van belang dat geloven in een gemeenschap gebeurt en daar vorm krijgt. Uitgangspunt is het individuele en persoonlijke geloof, maar deze wordt mede gevormd door overtuigingen van anderen. De subjectiviteit van geloven betekent hierin niet dat iedereen maar naar eigen inzicht aanmoddert, maar dat het subject, de gelovende mens, volledig betrokken wordt in het proces van geloven. Het is voor moderne gelovigen de uitdaging om een middenweg te zoeken tussen relativisme en fundamentalisme: niet alles uit de traditie klakkeloos overnemen, maar wel beelden en gedachten over een goddelijke werkelijkheid voorstellen. Geraakt worden is het begin van geloven. Pas daarna wordt een intellectuele, systematisch theologische verantwoording van belang.
Groeiende behoefte
Nu zelfverwerkelijking en autonomie in de samenleving centrale waarden geworden zijn, is het in onze geïndividualiseerde samenleving ingewikkelder geworden om een identiteit te vormen en relaties aan te gaan. Er wordt meer van het individu verwacht dan vroeger. Levensvragen komen bij mensen op momenten van grote feestelijkheid of grote verslagenheid. Wanneer er leven te vieren of te betreuren is. En op die momenten komen er vragen op waar de rationaliteit geen antwoorden meer heeft. Subtielere talen zoals kunst, poëzie en religie kunnen dan uitkomst bieden.
Nu groeit bij mij de vraag op welke manieren wij ons geloof vormgeven. In de gesprekken met elkaar? Tijdens, voor en na een viering? In oecumene? Tijdens de kringen? Misschien zijn er wel meer manieren te bedenken en kunnen we die dit jaar met elkaar vormgeven. Zo kunnen we naast gezellig en fijn samenzijn wellicht ook vorm geven aan ons eigen – maar dus ook aan elkaars geloof. Zonder dat we de ander vertellen hoe dat dan moet, met open ogen, open oren, openstaan voor elkaars, maar ook ons eigen, vrij zinnige, geloof.
Geschreven door ds. Jaap Marinus