De Parkstraatgemeente is een vrijzinnige kerk: een plek waar je op een vrije en verdraagzame manier kunt geloven. De afgelopen tijd is door velen van jullie uitgesproken hoe belangrijk dat gedachtegoed voor ons is. Een manier van geloven die volgens ons heel goed past in de huidige tijd, waarin een mens zich niet laat voorschrijven hoe te geloven. Geloven is iets heel persoonlijks en mag daarmee ook verschillen van mens tot mens. Maar wat zo ongeveer de eigenschappen zijn van dit geloof, dat vinden we vaak maar lastig te omschrijven.
Het geluk wil dat uw dominee is afgestudeerd op dit onderwerp. De komende maanden zal ik daarom op deze plek steeds één eigenschap van vrijzinnig geloven uitlichten. Hopelijk leidt dat tot gesprekken in onze kerk, want ook ons gedachtegoed is dynamisch en gaat met z’n tijd mee. Je mag het ermee eens zijn, maar van mening verschillen draagt ook schoonheid in zich, want dan kunnen we van elkaar leren. Het gaat nadrukkelijk om positieve eigenschappen, omdat vrijzinnigen geneigd zijn hun geloof te definiëren door dat wat het niet is: dogmatisch, exclusief, stellig, etc.
Een veranderende tijd
Omdat onze wereld in steeds sneller tempo lijkt te veranderen en daarmee ook de rol en plek van de kerk, is het nog van belang deze serie in te leiden. En deze korte inleiding heeft raakvlakken met de ‘van de dominee’ van januari, wat de gemoederen bezig heeft gehouden. Van gniffelen tot applaus, van aangesproken voelen tot piekeren. De boodschap van mijn vorige stuk was misschien niet helder, maar wat ik wilde zeggen was: als we met de kerk van waarde willen zijn, dan zullen we dat sámen moeten doen.
Godsdienstsocioloog Staf Hellemans benadrukte dit ook in zijn afscheidsrede aan de Universiteit van Tilburg in 2019, waarin hij, en ik parafraseer, constateert dat wereldreligies de maatschappij niet meer domineren. Er is en divers en turbulent religieus veld aan het ontstaan en het wordt tijd dat de kerk daarop in gaat spelen. De kerk moet volgens hem minder uitgaan van de waarde van de eigen boodschap, maar investeren in creatie en het uitdragen van aantrekkelijk aanbod, intern eensgezind blijven en een zoekende en bescheiden attitude aannemen.
Het eerste kenmerk
Dat gezegd hebbende is het tijd voor de eerste eigenschap van vrijzinnig geloven: het is vrij, verdraagzaam en verantwoordelijk en die drie zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het zijn voorwaarden voor de dialoog met elkaar, met andersdenkenden en met andere religies en levensbeschouwingen. Een spreuk die vrijzinnigen graag gebruiken en die ook op onze buitenmuur staat is: “Eenheid in het nodige, vrijheid in het onzekere, in alles de liefde.”
Vrijheid dus, zoals collega Koen Holtzappfel schreef: “om jezelf te mogen zijn, je eigen toekomst uit te kunnen stippelen, en vooral ook zelf te beslissen wat je wel en niet gelooft. Het is ook de vrijheid om je niet door de traditie, door een vaste belijdenis te laten voorschrijven hoe je e.e.a. moet zien. Je bent vrij om zelf een spoor te volgen dat jouw geweten je ingeeft. Een spoor dat ook samenhangt met jouw levenservaring, jouw beleving van de wereld en jouw ontmoetingen met de ander en het goddelijke.”
Vrijheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid
En verdraagzaamheid, uit de mond van Arminius in 1606: “Laten we onszelf eens verplaatsen in de positie van een tegenstander, en laat hem op zijn beurt onze kenmerken overnemen. We zouden dan wel eens tot het inzicht kunnen komen dat juist de persoon van wie we dachten dat hij dwaalde, ons door God gegeven is opdat wij uit diens mond waarheden leren kennen die ons tot nu toe onbekend waren.”
En verantwoordelijkheid tot slot, volgens een rabbijnse vertelling: “Waarom, zo vroeg iemand aan rabbi Akiba, laat God toch vaak zo weinig van zich horen? De rabbi antwoordde: Omdat je dan zou kunnen denken dat God wel voor ons doet wat wij zelf zouden moeten doen. Je moet leven zo zei de rabbi, alsof God helemaal niet bestaat. Als er dan geholpen moet worden, dan moet je maar denken dat jij de enige op heel de wereld bent die dat kan.’